‘Een OR naast de bestuurder is de stuurman naast de kapitein’
De Participatiewet heeft veel impact op de SW-bedrijven, vindt Joost Kaper. ‘De keuzes waar SW-bedrijven voor gesteld werden, waren divers en ingewikkeld. Gemeenten trokken de regie naar zich toe en bepaalden de richting. Veel gemeenten zagen de meerwaarde van het SW-bedrijf in en voegden taken samen om de SW-bedrijven voort te laten bestaan. SW-bedrijven worden omgevormd tot sociaal ontwikkelbedrijven waar arbeidsgehandicapten, uitkeringsgerechtigden, statushouders en anderen ondersteund worden bij het vinden van werk.’
Werkfit
Kaper ziet kansen voor SW-bedrijven als ze worden omgevormd tot sociaal ontwikkelbedrijven. ‘Geef dat sociaal ontwikkelbedrijf de taak om werknemers met een arbeidsbeperking te begeleiden, zodat ze met succes op een garantiebaan in het bedrijfsleven terechtkomen. Dat zijn de nieuwe SW’ers. SW-bedrijven waren goed in het matchen van werkgever en werknemer. Daar moeten ze ook als sociaal ontwikkelbedrijven een rol in krijgen. Op die manier fungeert het sociaal ontwikkelbedrijf als een springplank voor deze doelgroep. Als de match dan toch niet goed is en de werknemer ontslagen wordt, dan heb je een vangnet nodig. Je wilt zo iemand werkfit houden en niet op de bank laten zitten. Ze moeten dan tijdelijk weer in de SW terechtkunnen: om het ritme vast te houden van op tijd opstaan, om collega’s te ontmoeten, en intussen ook, samen met het sociaal ontwikkelbedrijf op zoek te gaan naar een baan. Daar is geld voor nodig.’
Overleven
De OR van Rijnvicus in Alphen aan de Rijn heeft de handschoen goed opgepakt bij de besluitvorming rond de Participatiewet en het SW-bedrijf, vindt Kaper. De OR heeft zelf gesproken met de verschillende gemeenteraden in de regio over handhaven van het SW-bedrijf en toevoegen van bepaalde taken. ‘In het algemeen hebben de SW-bedrijven het wel goed gedaan’, zegt Kaper. ‘Ze zijn niet stil blijven zitten en ontwikkelen zich. Veel SW-bedrijven zoeken in overleg met de gemeente naar bronnen van inkomsten. Alles om te overleven.’ Maar hij kent ook een SW-bedrijf dat het werkgedeelte alleen heeft ingericht voor SW. Dat kampt nu met onderbezetting en moet opdrachten van bijvoorbeeld de groenvoorziening teruggeven. Een onprettige ontwikkeling.
Verschillende belangen
Kaper ziet de OR’s veranderen. ‘Voorheen bestonden ze uit SW-medewerkers en stafmedewerkers. Nu komen er steeds meer verschillende groepen die ‘werkzaam zijn in de onderneming’ en die moeten ook vertegenwoordigd zijn: bijstandsgerechtigden, mensen met garantiebanen beschut werken, mensen met werkstraf, statushouders. Al die groepen moeten ook hun stem kunnen laten horen. Maar verschillende groepen kunnen verschillende belangen hebben. Mensen met een bijstandsuitkering die in een traject zitten, kunnen anders aankijken tegen werk dan een SW’er met een beperking die dolgraag aan de slag wil.’
Ondersteuning
Als FNV-bestuurder SW ondersteunt Kaper kaderleden, ‘de oren en ogen van de vakbond’, bij gesprekken met directies over reorganisaties, sociaal plan en andere onderwerpen. OR’s lopen aan tegen zaken als nieuwe regels van arbeidsrecht, pensioenen, ziekteverzuim en sinds kort ook omgaan met nieuwe doelgroepen. Daar kunnen ze Kapers hulp bij vragen. Kaper en zijn collega’s geven ook ondersteuning bij OR-verkiezingen. ‘De spoeling wordt steeds dunner. Mensen zeggen: geen tijd. Wij roepen FNV-leden op om zich kandidaat te stellen.’
Kritische gesprekspartner
‘De uitdaging voor elke OR is om een kritische gesprekspartner te zijn van de directie. Juist in de vorming van sociaal ontwikkelbedrijven moeten OR’s een belangrijke rol hebben. Sommige OR’s, zoals die van Rijnvicus, doen dat heel goed.’ Met zijn achtergrond als vakbondsbestuurder in de zeevaart weet Kaper: je moet een kapitein niet blind volgen omdat hij hoger in rang is. Die heeft de extra ogen van een stuurman nodig om hem te waarschuwen voor de zandbank die hij op de kaart over het hoofd ziet, om een ramp te voorkomen. ‘Die stuurman, dat is de OR.’
Evenwicht
Voor de komende jaren ziet Kaper een specifieke uitdaging voor OR’s: het evenwicht bewaren tussen de belangen van het SW-bedrijf dat productiedoelen moet halen en de belangen van de medewerkers met of zonder arbeidsbeperkingen. Het wordt voor SW-bedrijven duurder om taken uit te voeren en steeds meer te letten op arbo en veiligheid. Een OR moet de bestuurder scherp houden op cijfers én op het primaire doel: mensen met een beperking ondersteunen met productie of werk als middel.
Stakeholders
Kaper vindt het belangrijk dat OR’s de kritische gesprekspartner blijven van de directie. ‘Je hoeft ze niet te vriend te houden, maar houd het belang van de medewerkers goed in de gaten. Als het bedrijf niet voldoende kan investeren om zijn doelen ook voor de toekomst te realiseren, ga dan gesprekken aan met vakbonden, cliëntenraden en gemeenteraden. Dat zijn je stakeholders. Maak gebruik van hen!’