Enquête: arbobeleid SW-bedrijven kan op onderdelen beter

Enquête: arbobeleid SW-bedrijven kan op onderdelen beter

Binnen SW-bedrijven is er genoeg draagvlak voor arbozaken en worden voldoende tijd en middelen vrijgemaakt om de arbeidsomstandigheden te verbeteren. Dat blijkt uit een enquête van SBCM in opdracht van het Technisch Overleg Sociale Werkvoorziening (TOSW), onder arbo-coördinatoren, directies, managementteams en ondernemingsraden. Hoewel het onderzoek laat zien dat er veel goed gaat, is verbetering op bepaalde onderdelen wel nodig.

Hoe kan het thema arbo intern en bij samenwerkingspartners (nog) beter onder de aandacht worden gebracht? En is er behoefte aan (verdere) ondersteuning bij bestaande en nieuwe arbo-onderwerpen? Deze vragen vormden afgelopen zomer de basis van de enquête onder SW-bedrijven. In totaal deden 83 respondenten mee van ruim 50 organisaties.

Uit de enquête blijkt dat er veel goed gaat in de praktijk, maar dat verbetering op onderdelen mogelijk én nodig is. Vooral detacheringsconsulenten en in mindere mate accountmanagers hebben onvoldoende kennis van arbo en nemen niet altijd hun verantwoordelijkheid. Plaatsing gaat soms voor. Ook de naleving van beleid gaat niet altijd goed. Ondanks het draagvlak voor arbozaken heerst soms de waan van de dag, waardoor productie boven veiligheid komt te staan. Verder blijken lang niet alle inlenende bedrijven de verplichte Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) op orde te hebben.

Ondersteuningsbehoefte

Behoefte aan ondersteuning bestaat er vooral op het gebied van detachering, PSA en gevaarlijke stoffen, gevolgd door agressie & geweld en fysieke belasting. Met name OR-leden geven in de enquête aan behoefte te hebben aan meer kennis over arbo.

Op basis van de uitkomsten heeft SBCM een plan van aanpak opgesteld voor de komende periode, met focus op het vergroten van arbokennis bij stakeholders en het verbeteren van gezond en veilig werken bij externe plaatsingen.

Aanmelden nieuwsbrief